Voorjaar 2019, overzicht 2018.

Teeltprogramma in de VS

In Hawaï hebben we een vrij turbulent jaar achter de rug. Aan het begin van het jaar waren we erg blij dat we het teeltprogramma konden presenteren aan de Brandpunt-TV crew die de moeite nam om met ons mee te gaan naar Hawaï en Baton Rouge en een mooi overzicht maakte van de activiteiten en voortgang.

Zoals te zien is in de documentaire (link op onze website), viel hun bezoek samen met een grote toename van de activiteit van de Kilauea vulkaan. In een groot gebied braken er grote stromen magma uit, die meer dan 700 huizen vernielden. David Thomas, de imker die ons programma herbergt, moest een grote hoeveelheid honingproductie-volken uit het actieve gebied verwijderen. De volken in ons teeltprogramma werden gelukkig niet getroffen en in de zomer kwamen de magmastromen tot stilstand.

Oorspronkelijk moest een normaal volk op Hawaï ongeveer 4 keer per jaar tegen Varroa worden behandeld – omdat er geen winter is, kunnen de mijten zich het hele jaar door vermenigvuldigen in het broed. De helft van de volken in het programma zijn nu behandelingsvrij, terwijl de andere helft van de volken nu gemiddeld iets meer dan 1 behandeling per jaar ondergaan. Het gemiddelde aantal mijten per 100 bijen is gestaag gedaald, tot gemiddeld minder dan 2% per 100 bijen. Dit is een mooi resultaat aangezien dit onder het te behandelen-tegen-Varroa niveau van 3% ligt.

2018 was een slecht jaar wat betreft het weer (ja, zelfs op Hawaï): er was een recordniveau regen hetgeen ten koste ging van een normale honing oogst. Gelukkig lijkt 2019 een normaler jaar te worden, wat ons in staat zal stellen om meer te selecteren op de hoeveelheid honing die een volk verzamelt – ook een belangrijk kenmerk voor een commerciële honingbij.

Teeltprogramma van de EU: Buckfast, Carnica en Black Bee.

Meer dan honderd imkers zijn nu actief bezig met het selectieprogramma in Oostenrijk, België, Duitsland, Italië, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Spanje en Zwitserland. Bijna 700 volken werden samengesteld, besmet met mijten en beoordeeld op hun resistentiegraad. 189 volken werden geïdentificeerd als zeer resistent (≥50% van de zich voortplantende mijten zijn verwijderd uit het broed). Een derde van deze volken heeft alle mijten verwijderd en wordt als 100% resistent beschouwd.

Om de verspreiding van de resistente bijen over een groter aantal imkers mogelijk te maken én om productievolken te produceren van de deelnemende imkers in ons programma, zijn geïsoleerde bevruchtingsstations begonnen met het gebruik van hoog resistente koninginnen uit ons selectieprogramma als basis voor de productie van hun darren producerende volken (meestal 20-40 kolonies per station).

Imkers kunnen hun onbevruchte koninginnen naar deze stations brengen waar ze op natuurlijke wijze worden aangepaard door de Varroa resistente darren.

Vooral de Buckfast groep in Beieren is al zeer actief met de levering van koninginnen aan drie stations: Karwendel, Leyhörn en het Ammergebergte in Duitsland.

Er is ook een station in Luxemburg, waarbij nu een nieuw station in België (Sélange-Arlon), net aan de andere kant van de grens, is aangesloten.

Na de Hawaï-reis wilde de Brandpunt TV-crew graag een tweede documentaire maken over onze activiteiten in Nederland (zie ook de website). In deze documentaire leggen Gerbert Kos en leden van het Markense bevruchtingsstation uit wat het project inhoudt en hoe het bevruchtingsstation van Marken werkt.

Ook werd in deze documentaire het belang van de honingbijen voor de bestuiving uitgelegd door onze partner Bejo Zaden in Warmenhuizen

2018 was het eerste jaar dat de Zwarte bij groep in België zich bij ons programma aansloot. In totaal werden 34 zwarte bijen volken geteld op VSH en al 8 kolonies bleken zeer resistent te zijn – een zeer mooie score voor een eerste jaar!

De grote groei in het aantal deelnemende imkers in ons teeltprogramma is mogelijk gemaakt door de aanstelling van twee nieuwe projectleiders

Guillaume Misslin, zowel een zeer ervaren imker als moleculair bioloog, kwam in april bij Arista, mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Adessium- en Dioraphte-stichtingen. Omdat hij al deelnam aan ons programma was hij snel op de hoogte en ondersteunt hij nu de groepen in de Duitstalige gebieden (Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk) en de Carnica groepen in Nederland en Luxemburg. Guillaume was ook actief in het Barbados project.

De tweede projectleider die we in 2018 konden aanstellen is Sacha d’Hoop de Synghem. Sacha is afgestudeerd bio-ingenieur en imker. Zijn aanstelling is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Waalse regering aan de nieuw opgerichte entiteit Arista Bee Research België. Sacha nam al snel een enorme hoeveelheid organisatorische en opleidingstaken op zich, hetgeen resulteerde in een nog groter aantal deelnemende imkers in België (>60).

Terschelling project

Op Terschelling is ook een Zwarte bij project gestart met alle imkers op het eiland. Veel van de kolonies op Terschelling zien er al behoorlijk “zwart” uit, alleen al door de kleur.

Buckfast-bijen en Carnica-bijen waren echter ook al geruime tijd op het eiland te vinden. Daarom zijn we een klein project gestart om te kijken of er nog genoeg relatief zuivere kolonies zijn om een Varroa resistent Zwarte bij teeltprogramma te starten.

Merel Rookmaker en Bart Lubbers, studenten van de Hogeschool Van Hall Larenstein, namen hiervoor van alle kolonies op het eiland samples en gebruikten de “vingerafdruk” van de vleugels van de werkbijen om te bepalen hoe “zwart” de bijen zijn. Van de 150 bemonsterde kolonies werden 30 kolonies als zwart genoeg beschouwd (met 65-92% van de werksters volledig zwart en de overige werksters in de buurt) om te houden. De koninginnen van de andere (minder zwarte) kolonies zullen het komende jaar vervangen worden door dochters van deze zwarte koninginnen. Dit selectieproces zal worden herhaald om de zuiverheid verder te verhogen. Tegelijkertijd zullen we de mijtengroei in de volken volgen om een idee te krijgen van de huidige weerstand. Dit zal ons in staat stellen om het Varroa resistentie selectie deel van het project voor te bereiden.

Genetic Marker project

2018 was het eerste jaar van het RAAK-project, het consortium met Hogeschool Inholland, Hogeschool Van Hall Larenstein, het bedrijf Bejo Zaden BV en Arista Bee Research. De verschillende partners hebben elk hun eigen expertise en taken in het project.

Arista Bee Research is verantwoordelijk voor het maken en identificeren van volken met een zeer laag en zeer hoog VSH-gehalte. Van elk van deze volken worden 50 bijen verzameld en opgeslagen voor analyse. We hebben monsters kunnen verzamelen van meer dan 50 volken met een zeer laag of zeer hoog VSH-gehalte.

Dit is voldoende om de volgende fase van het project te starten: de extractie en sequentiebepaling van DNA, waar Inholland en Bejo Zaden nu mee aan de slag zijn gegaan. Als de sequencing eenmaal is uitgevoerd, kunnen we beginnen met het vergelijken van de lage en hoge VSH-volken op zoek naar verschillen in de DNA-sequenties.

Van Hall Larenstein is begonnen met de fenotypering van het gedrag, hetgeen betekent dat we zullen bevestigen dat het inderdaad VSH-gedrag (verwijdering van de besmette poppen/mijten uit het broed) in de zeer resistente volken is.

Barbados project

We hebben alle benodigde metingen van 10 onbehandelde volken op Barbados kunnen afronden. De resultaten gedurende het jaar zijn vrij stabiel: relatief lage mijtengehaltes op de bijen en in het broed, die duidelijk een hoge weerstand laten zien. De USDA onderzoekt nu de bijenmonsters die we hebben genomen voor virusniveaus en mogelijke Afrikanisering.

We zullen de gegevens verzamelen in een publicatie die een meer gedetailleerd overzicht zal geven in de resultaten en conclusies. Het project is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van het Bayer Bee Care Centre.

Arista Academy

De afgelopen jaren hebben we veel kennis en “do’s and don’ts” verzameld met betrekking tot ons selectieprogramma. Tegelijkertijd zijn er veel imkers die graag aan ons programma willen deelnemen of die hun vaardigheden verder willen ontwikkelen.

Daarom zijn we met behulp van een nieuwe vrijwilliger, Marjolein Bemelmans, begonnen met het opbouwen van een uitgebreid trainingsprogramma; “Arista Academy”. We zullen er hard aan werken om het programma in het voorjaar van 2020 beschikbaar te maken voor de deelnemende imkers.

Arista Cloud

Omdat we nu hebben aangetoond dat de Arista-selectiemethode werkt, is het tijd om het teeltprogramma verder uit te breiden.

In lijn met het toenemende aantal imkers zal ook het aantal projectleiders, technici en medewerkers moeten groeien. Dit impliceert ook verdere investeringen in de oprichting en inrichting van een Europees centrum met kantoren, laboratorium, bijenstallen en trainingsruimte en investeringen in apparatuur zoals inseminatie sets, microscopen, incubators en vriezers.

Daarom zijn we momenteel druk bezig met de lancering van een nieuw sponsorprogramma, op maat voor bedrijven, overheidsinstellingen en gemeentes: de “Arista Cloud”.

Door één of meer Arista-bijenkasten met een Varroaresistente koningin te adopteren, wordt men zowel deelnemer aan als sponsor van het Varroaresistente teeltprogramma.

Zo’n bijenkast zal volledig worden onderhouden door Arista & partners en zal worden gemonitord op (gebrek aan) Varroa-besmetting, honingoogst, enz. Zowel Arista als de sponsor kunnen de kast volgen op een internet-dashboard om te zien hoe het met de kast gaat. De volken in de kasten dragen op twee verschillende manieren bij aan het programma: Ten eerste zullen de darren uit deze volken de Varroa resistentie verspreiden door te paren met koninginnen in de buurt van de kast (tot 10 km van de bijenkast). Ten tweede zal Arista de beste koninginnen selecteren en deze opnieuw gebruiken in het teeltprogramma om de volgende generatie te produceren.

We zullen u verder updaten met meer details over dit Arista Cloud programma zodra we onze logistieke voorbereidingen hebben afgerond. We zijn hard aan het werk om koninginnen te telen, speciaal ontworpen computer gecontroleerde kasten voor te bereiden, etc. . Geïnteresseerden kunnen nu al contact met ons opnemen voor meer informatie.