Persbericht

Grote stap vooruit in teelt Varroaresistente honingbij

Boxmeer, 12 februari 2015. De populatie honingbijen wereldwijd, belangrijk voor de bestuiving van onze voedselgewassen, wordt bedreigd door een zeer schadelijke mijt: Varroa destructor. Een Europese groep imkers, gecoördineerd door de Stichting Arista Bee Research, heeft tijdens het afgelopen voorjaar en de zomer een eerste generatie Europese honingbijen geteeld die de Varroamijt detecteert en het besmette broed verwijdert, waardoor naar verwachting het aantal Varroamijten onder controle zal blijven. Dit is een belangrijke stap in het telen van gezondere, Varroaresistente bijen, die veel beter kunnen overleven onder reeds moeilijke omstandigheden.

De Varroamijt creëert een gat in het pantser van de bij en verzwakt hiermee de bij direct door het opzuigen van hemolymfe (“insectenbloed”). Daarnaast kunnen virussen en bacteriën dit gat binnendringen en ziekten en zelfs een voortijdige dood van de bijen veroorzaken. Tot nog toe worden bijenvolken hiervoor chemisch behandeld, maar dit is arbeidsintensief en heeft wisselende resultaten. De behandeling kan bovendien residuen achterlaten en heeft niet alleen invloed op de mijten maar kan ook schadelijk zijn voor de bijen zelf. Onbehandelde bijenvolken sterven vaak binnen 2 jaar aan de gevolgen van de snel groeiende Varroapopulatie. De Varroamijt wordt daarom beschouwd als de belangrijkste oorzaak van het verlies aan volken in de winter.

VSH-illustration-MdJHet Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) heeft aangetoond dat het mogelijk is om honingbijen te selecteren met Varroa Sensitieve Hygiëne (VSH) gedrag: deze bijen detecteren reproducerende Varroamijten in het broed. Aangezien deze VSH-bijen het aangetaste broed verwijderen komen er geen Varroa-nakomelingen. De selectie is alleen beperkt tot deze eigenschap, er waren nog geen middelen om deze eigenschap structureel te integreren in een bredere basis van de honingbij populatie.

In het voorjaar van 2014 maakte het Europese team meer dan honderd kleine volkjes, een kwart met een USDA-VSH achtergrond en de rest met een Europese achtergrond. De koninginnen werden kunstmatig geïnsemineerd met slechts één dar, in plaats van de ongeveer tien die gewoonlijk worden gebruikt, waardoor alle nakomelingen niet alleen dezelfde moeder, maar ook dezelfde vader hadden, zodat ze dezelfde eigenschappen erven. De EU koninginnen en darren werden geselecteerd uit volken met lagere aantallen Varroamijten en een goed hygiënisch gedrag.

Na een extra besmetting met Varroamijten werden de volken aan het eind van de zomer onderzocht op het percentage niet-voortplantende mijten in het broed, de belangrijkste maat voor vaststellen van VSH-gedrag. In totaal werden meer dan 20 volken gevonden met een hoog (meer dan 75%) VSH-gedrag. De helft van deze volken hebben een Europese achtergrond, waarmee wordt aangetoond dat het VSH-gedrag, zoals eerder in de USDA onderzoekvolken aangetoond, ook aanwezig is bij de Europese bijen. De resultaten tonen ook aan dat VSH-gedrag in korte tijd tot een hoog niveau gebracht kan worden door middel van de één-dar inseminatie techniek.

De volgende stap in het teeltprogramma, te beginnen in het seizoen 2015, zal gericht zijn op het verder selecteren naar 100% VSH-gedrag in de Europese honingbijen. Zodra dit niveau bereikt wordt, zullen weer volken van normale grootte gemaakt worden (met ‘normaal’ geïnsemineerde koninginnen met meerdere darren), welke grondig getest worden op andere belangrijke eigenschappen als zachtaardigheid, zwermneiging en honingproductie. De selectie zal ook plaats moeten vinden binnen zoveel mogelijk verschillende lijnen van honingbijen om een rijke biodiversiteit te behouden en een brede toepassing in de imkergemeenschap wereldwijd mogelijk te maken.

Over de Stichting Arista Bee Research

De Stichting Arista Bee Research werd opgericht eind 2013 met het doel om gezondere, Varroaresistente honingbijen te telen. De stichting is een non-profit organisatie, wetenschappelijk ondersteund door senior onderzoekers van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA, Baton Rouge), het Kirchhain Bijen Instituut (Duitsland), het Hohen Neuendorf Bijen Instituut (Duitsland) en de Wageningen Universiteit (Nederland). De Stichting Arista Bee Research zoekt financiële steun om dit belangrijke werk voort te kunnen zetten.

www.aristabeeresearch.org/nl