Varroa Resistentie Teelt & Selectie Programma
Het totale Varroaresistentie-teeltprogramma bestaat uit zes projecten; één kernproject met vijf hoeksteenprojecten.
Het kernproject, Teelt, Selectie en Distributie (BrSD), zal zich concentreren op het selecteren van Carnica- en Buckfastlijnen die de ‘Varroa Sensitieve Hygiëne (VSH)’ eigenschap hebben. Bijen met deze eigenschap kunnen broed dat besmet is met Varroa detecteren en verwijderen. De United States Department of Agriculture (USDA) heeft laten zien dat het mogelijk is op deze eigenschap te selecteren en hebben zo een eerste VSH-lijn kunnen telen. In het kernproject zullen ook andere Varroaresistentie teeltinitiatieven worden gesteund.
Er zijn 5 hoeksteenprojecten. Deze projecten kunnen ieder een belangrijke bijdrage leveren aan het succes van het kernproject.
De volgende 5 hoeksteenprojecten zullen bijdragen aan betere methoden:
1. Meetmethoden voor Varroabesmetting (VIMM): Opzetten en verbeteren van bestaande methodes voor het bepalen van de hoeveelheid mijten in volken of in broed. Betrouwbare en gestandaardiseerde methodes zijn van essentieel belang voor het bepalen van het niveau van Varroaresistentie.
2. Genetische Markers voor Varroaresistentie (GVar): Opzetten en verbeteren van genetische markertesten. Met een genetische markertest zou de selectie veel sneller en betrouwbaarder kunnen plaatsvinden.
3. Varroaresistentie-Eigenschappen (VaRT): De ‘Varroa Sensitieve Hygiëne’ (VSH) eigenschap, het verwijderen van besmet broed, is de belangrijkste eigenschap voor de selectie van Varroaresistente bijen in het kernproject. Echter, er zijn meerdere aanpassingen die de bijen kunnen doen om zich tegen de Varroa te weren, zoals het poetsgedrag. In dit project zullen initiatieven die deze eigenschappen bestuderen worden gesteund door bijvoorbeeld het steunen van een student bij een relevante vakgroep.
4. Beheer bijenvolken en Varroabestrijding (BMaT): de algemene doelstelling, minder behandelingen tegen Varroa en minder sterfte, zou mede kunnen worden behaald door betere bestrijding of betere bedrijfsmethoden. Vooral methoden die kunnen worden geïntegreerd met meer Varroaresistente bijen zullen worden uitgewerkt. In dit project zal o.a. worden gekeken naar het effect van kleinere cellen en kleinere bijen (door gebruik van zelf uitgebouwd raat of kunstraat met een kleinere celmaat) in relatie tot Varroaresistentie.
5. Conservering van Sperma en Eitjes (SpEP): Wanneer er veel waardevol materiaal is geïdentificeerd, kan de situatie ontstaan dat er geen capaciteit beschikbaar is om meteen te testen of het materiaal in de vorm van echte volken (die verzorgd moeten worden en waarvan de koningin na 2-3 jaar weer moet worden vervangen), op te slaan. Om die reden zou het (internationale) teeltprogramma, maar ook dat van anderen, beter en makkelijker kunnen functioneren wanneer sperma van darren en eitjes van koninginnen kunnen worden bewaard voor later gebruik (bv in vloeibare stikstof). In dit project zal er worden samengewerkt met instituten die niet alleen projecten doen of ervaring hebben met de opslag van sperma en eitjes van bijen, maar ook van andere diersoorten (varken, kip, ..).
Richtlijnen voor het vinden en beoordelen van projecten
De Stichting Arista Bee Research heeft een Wetenschappelijke Commissie, die de nieuwe en lopende projecten beoordeelt en die de prioriteiten vaststelt. De directie en het management zijn verantwoordelijk voor de operationele uitvoering van en rapportage over de projecten. Op de volgende pagina’s is per project een uitgebreidere beschrijving beschikbaar. De projecten worden op dit moment beoordeeld door het Wetenschappelijk Comité.