Project Scope | Genetische markers voor Varroa resistentie (GVaR) |
---|---|
Doel van het project | Selectie van Varroaresistente honingbijen door gebruik van genetische markers. |
Huidige Status, veronderstellingen en voorgestelde oplossing – Probleemstelling – Huidige oplossingen – Verwachte toekomstige oplossingen, trends. – Voorgestelde oplossing |
Selectie van volken (koninginnen) in een Varroaresistentie-teeltprogramma is momenteel alleen mogelijk door onderzoek naar het fenotype: het werkelijke Varroaresistentiegedrag (zoals verwijdering van geïnfecteerd broed) of indirect door het onderzoeken van de besmetting / groei van de Varroapopulatie in een volk. Verbetering van deze methoden vallen onder andere projecten in dit programma. De selectie van Varroaresistente volken (koninginnen) zou veel gemakkelijker zijn als we een goed begrip van de betrokken genen hadden en markertests om die volken met de juiste genen te identificeren.
Twee groepen (USDA Baton Rouge, Hohen Neuendorf) werken aan de ontwikkeling van een markertest en zijn er in geslaagd om gebieden op twee chromosomen te identificeren die verbonden lijken te zijn met het ‘Varroa Sensitieve Hygiëne’ (VSH) gedrag. In die gebieden zijn verschillende kandidaatgenen geïdentificeerd als mogelijk doelwit voor een betrouwbare markertest. Echter verdere ontwikkeling is nodig om nog beter te begrijpen welke van de genen betrokken zijn bij het VSH-gedrag. En meer studies zijn nodig om te bevestigen dat deze chromosomen, gebieden en genen inderdaad betrokken zijn bij het VSH-gedrag. De huidige tests zijn ontwikkeld in specifieke Varroaresistente volken (met hun eigen genetische achtergrond). Zodra de tests betrouwbaarder en nauwkeuriger geworden zijn in deze volken, is het nodig deze te valideren bij toepassing in andere lijnen van honingbijen (met een andere genetische achtergrond). De huidige aanpakken die gevolgd worden in Baton Rouge en Hohen Neuendorf zouden baat hebben bij extra middelen en financiering. De Universiteit van Wageningen, met kennis van gedrag van insecten en genetica, zal projecten voor studenten opstarten om ervaring op dit gebied op te doen met als doel de projecten in Hohen Neunendorf en Baton Rouge te ondersteunen. Zodra markertests beschikbaar komen van deze instituten, zullen deze gevalideerd en aangepast kunnen worden aan de lijnen van honingbijen, die gebruikt worden binnen het teeltprogramma. |
Wetenschap & technologie – Technologie: beschikbaar, vereist – Aanpak, methodologie, hulpmiddelen |
De basistechnologie die nodig is voor de ontwikkeling van een markertest is beschikbaar. Voor deze markertest worden werksters die het hygiënisch gedrag, namelijk het verwijderen van Varroamijten uit het broed, vertonen vergeleken met werkster die dit hygiënisch gedrag niet vertonen. Door het onderzoeken van de verschillen in het binden van grote hoeveelheden van verschillende kleine stukjes DNA, single-nucleotide polymorphisme (SNP), kunnen genen en gebieden worden geïdentificeerd die mogelijk verantwoordelijk zijn voor dit gedrag, de kwantitatieve eigenschap: Quantitative Trait Loci (QTL). |
Projectevaluatie – Potentiële waarde – Kans op succes |
De beschikbaarheid van een markertest voor ‘Varroa Sensitief Hygiëne’-gedrag zou een belangrijke doorbraak zijn voor het teeltprogramma van Varroaresistente honingbijen. Vooral als een dergelijke test toepasbaar zou worden (gemaakt) voor verschillende lijnen van honingbijen. De potentiële waarde is dus zeer hoog. De ontwikkeling van een markertest voor elke gedragseigenschap is echter een zeer arbeidsintensief en riskant gebied van onderzoek. Twee instituten hebben een relatief kleine hoeveelheid middelen beschikbaar (totaal 2 FTE) waarmee zij al veelbelovende resultaten hebben bereikt. |
Projectplanning en middelen – Planning – Middelen & Partners |
Om meer en snellere vooruitgang te boeken bij de ontwikkeling van een markertest voor VSH-gedrag, zijn extra middelen nodig. Zodra financiering beschikbaar is, kunnen extra middelen ter beschikking worden gesteld aan de bestaande projecten in Baton Rouge en Hohen Neuendorf. In het laboratorium voor genetica van Wageningen zijn ondersteunende activiteiten gepland met BSc en MSc studenten. Met de extra middelen kunnen nieuwe SNP’s en beter gedefinieerde QTL’s worden geproduceerd. Bovendien moet aanvullend onderzoek worden gestart om een beter begrip te krijgen van de functies van de geïdentificeerde doelgenen en hun aanwezigheid in verschillende lijnen/rassen van bijen, met verschillende niveaus van VSH. Meer capaciteit op dit gebied van het onderzoek zorgt voor een sneller en met meer zekerheid beschikbare betrouwbare markertest voor Instituten en bijenteeltgroepen over de hele wereld. |