Project Scope | Teelt, selectie en distributie (BrSD) |
---|---|
Doel van het project | Teelt, selectie en distributie van honingbijen die resistent zijn tegen de Varroa destructor, productief en gezond zijn, en die voldoen aan de eisen van de bijenhoudersgemeenschap. |
Huidige Status, veronderstellingen en voorgestelde oplossing – Probleemstelling – Huidige oplossingen – Verwachte toekomstige oplossingen, trends. – Voorgestelde oplossing |
Dit project omvat het telen van een Varroaresistente lijn van honingbijen met behulp van bestaande en nieuwe methoden voor teelt en selectie. Verscheidene lijnen van honingbijen zijn geïdentificeerd met gunstige Varroaresistentie-eigenschappen. Voorbeelden van dit materiaal zijn de ‘Varroa Sensitieve Hygiëne’ lijn en de ‘Primorsky’ lijn van de USDA. Maar ook subpopulaties met Varroaresistentie kenmerken zijn in verschillende landen en eilanden waargenomen. Deze populaties hebben een bepaald niveau van Varroaresistentie opgebouwd, onder invloed van sterke selectiedruk door de Varroamijt. Echter, minder gunstige eigenschappen maakt ze minder geschikt voor grootschalig gebruik (zonder verdere selectie en teelt). De kennis en methoden ontwikkeld met deze lijnen zullen worden gebruikt om een sterk selectieprogramma uit te voeren met deze veel gebruikte en populaire lijnen van bijen. De focus in het programma zal liggen op het gebruik van de ‘Varroa Sensitieve Hygiëne’ broed-selectiemethode, ontwikkeld door de USDA, om Varroaresistente lijnen binnen de Carnica-, Buckfast en Zwarte Bij populaties te selecteren. Ook (lokale) initiatieven, die de mogelijkheid hebben om materiaal over een langdurige periode te behouden (met bevruchtingsstations of via kunstmatige inseminatie), zullen worden gesteund en aangemoedigd. Het project zal bestaan uit een uitgebreide set van taken; het telen, distributie, gegevensverzameling en selectie van uiteindelijk enkele honderden van koninginnen per jaar – getest door groepen georganiseerde en opgeleide imkers. Voor het uitvoeren van deze activiteiten, worden professionele koninginnenteelt- en kunstmatige-inseminatietechnieken toegepast. Het project kan worden opgesplitst in drie (herhalende) fases. Fase I – Screening Fase II – Verrijking Fase III – Distributie De fasen herhalen Winter teelt Ondersteuning van andere initiatieven |
Wetenschap & technologie – Technologie: beschikbaar, vereist – Aanpak, methodologie, hulpmiddelen |
De technologieën die worden gebruikt in dit project zijn al goed ontwikkeld en in de meeste gevallen goed gedocumenteerd. Uitgebreide ervaring is aanwezig bij de partners van de Stichting. Dus bij dit project ligt de focus niet op het ontwikkelen van nieuwe inzichten en technologieën, maar concentreert zich op de teelt en selectie van Varroaresistente lijnen. De focus zal eerst liggen op het vaststellen en beheersen van de technieken (geïnfecteerde broedtests en één-dar inseminatie) binnen de Stichting en de samenwerkende imkergroepen. |
Projectevaluatie – Potentiële waarde – Kans op succes |
Dit project is het kernproject van de Stichting. Ondersteund door succesvolle hoeksteenprojecten, zal dit project het uiteindelijke doel moeten leveren: Varroaresistente honingbijen. Een succesvol project is van onschatbare waarde aangezien hiermee de Varroamijtbesmetting en de daaruit voortvloeiende verliezen aanzienlijk zouden worden verkleind. De lijnen (en ontwikkelde methoden) zouden wereldwijd toegepast kunnen worden en zouden de beschikbaarheid voor bestuivingsdiensten in sterke mate ondersteunen. |
Projectplanning en middelen – Planning – Middelen & Partners |
Dit project zal het “het eindproduct” leveren en zal ten minste 10-15 jaar lopen, om een brede genetische basis in alle populaire bijenrassen te garanderen. Om efficiënte teeltprojecten mogelijk te maken, zullen sommige van de methoden verder ontwikkeld moeten worden door middel van de andere projecten (zoals de CT-scan methode met besmet broed). Bovendien moet de methode van koninginneteelt met één dar goed worden geïmplementeerd. Een geleidelijke toename van middelen is hiervoor gepland: beginnen met 1 FTE in 2014 tot en met 6 FTE in 2017 (financieringsniveau 4).
De USDA-Baton Rouge zal helpen met hun kennis en ervaring in dit project. De één-dar inseminatie en de besmet-broed methode zal uitgevoerd worden met Buckfast-, Carnica en Zwarte Bij lijnen uit verschillende landen in Europa. Prof. Brascamp (Wageningen Universiteit) zal helpen bij de teelt & selectie activiteiten met advies over de beste teelt- en combinatiestrategieën. |